Rappen met mijn mentor.

foto-yukio

 

Jermain’s eerste rap

Ik heb met Jermain’s moeder afgesproken dat ik hem de volgende dag ophaal van school. ’S middags stuur ik Jermain zelf toch nog even een whatsapp berichtje: ‘Je mag kiezen, of ik kom je morgen uit school halen, maar dan hebben we maar 2,5 uur om iets leuks te doen, of ik kom je volgende week zaterdag halen en dan hebben we de hele dag. Wat vind je fijner?’. Een uur later krijg ik terug: ‘morgen’. Duidelijker kan ik het niet krijgen, en ik voel me dan ook niet meer bezwaard dat we geen grote activiteit kunnen ondernemen.

De volgende dag schuifelt Jermain om kwart over drie met een gebogen hoofd naar zijn fiets. Ik loop naar hem toe en roep ‘Jermain! Alles goed?’. Hij knikt, maar de vreugde straalt niet van hem af. ‘Ik moest weer nablijven’, vertelt Jermain op de fiets. ‘Iedere dag moet ik nablijven’. Vervolgens vertelt hij me over de juffen, zijn klasgenoten en het afgelopen schooljaar. Het is duidelijk dat hij stoom af moet blazen en ik ben blij dat hij bij mij de ruimte neemt om dit te doen.

We stoppen bij een terrasje in de zon en bestellen een ijsje. Hij vertelt en vertelt en ik luister aandachtig. Langzamerhand begin ik Jermain steeds meer te begrijpen. Hij is heel nieuwsgierig en een ontzettende kletser. Hij weet heel goed te benoemen waar hij goed in is. Toegeven waar hij minder goed in is is daarentegen niet zijn sterkste kant. Twee jaar geleden is Jermain overgeplaatst naar een speciale basisschool, omdat hij last had van woedeaanvallen. De woedeaanvallen zijn zo goed als weg nu, vertelt Jermain, maar ik merk wel dat hij het erg moeilijk vindt als mensen hem, in zijn ogen, onterecht beschuldigen.

Hij vertelt me over een gebeurtenis eerder deze week. Toen hij met zijn klas naar het jeugdjournaal keek vroeg Jermain aan een klasgenoot of de jongen op televisie een vluchteling was. Een andere klasgenoot hoorde Jermain en werd boos omdat hij dacht dat Jermain hém een vluchteling noemde. Vervolgens kreeg Jermain een preek van de juf: ‘En toen zei de juf dat ik dat niet mocht zeggen. En toen zei ze ‘als hij een vluchteling is, dan ben jij zelf ook een vluchteling, jij bent toch ook hierheen gekomen vanuit de Antillen’’. De woorden van de juf hielden Jermain al drie dagen bezig.

Omdat Jermain dol is op muziek en rap stel ik voor dat we een rap schrijven over zijn frustraties in de klas, als een soort uitlaatklep. Jermain vindt het een goed idee. Dit is de eerste keer dat hij een rap schrijft, dus ik neem hem bij de hand. ‘Ok, wat zijn de eerste woorden die in je opkomen als je aan de gebeurtenis in de klas denkt?’. We schrijven de woorden op een blaadje en beginnen met een refrein. ‘Wow, ik wist niet dat het zó moeilijk was om een rap te schrijven’, zegt Jermain met grote ogen na vijf minuten brainstormen. ‘Jij dacht dat het makkelijk was om een beroemde rapper te worden?’, plaag ik. Jermain zucht. Ik push hem om door te zetten en een kwartier later hebben we onze eerste rap. Jermain heeft nu de smaak te pakken en begint uit zijn hoofd nieuwe rijmende zinnen op te zeggen. Hij rijmt er op los; over zijn moeder, over vakantie en over school. ‘Zie je nou’, roep ik, ‘oefening baart kunst!’.

‘Wat?’, vraagt Jermain. ‘Kunst! Kom we gaan een stukje lopen’. Nadat Jermain en ik drie kwartier vol enthousiasme naar visjes en een schildpad hebben staan kijken in een dierenwinkel gaan we op weg naar Jermain’s huis. Bij aankomst vertelt Jermain aan zijn moeder dat we raps hebben geschreven. Zijn moeder kijkt verrast. ‘En we hebben er ook een geschreven over je moeder, he!’, roep ik. Een beetje timide laat hij haar de rap lezen. ‘O ja joh, houd je van mij?’, plaagt ze na het lezen van de rap. ‘Ja, natuurlijk’, antwoordt Jermain terwijl hij naar de grond kijkt en met zijn buik op de eettafel leunt. ‘Hm, dat laat je anders nooit zien’. ‘Maar het is wel zo hoor’, antwoordt hij een beetje ongemakkelijk.

Twee weken later haal ik Jermain opnieuw op en als we samen wegfietsen van zijn huis vraag ik hem of hij de raps nog heeft geoefend. ‘O ja, de raps…! Nee dat ben ik hélemaal vergeten…Maar die over de juf weet ik nog wel hoor!’. ‘Mooi’, zeg ik, ‘ik stel voor dat je die volgend jaar voordraagt tijdens de eindmusical, kijken wat de juf dan te zeggen heeft’. Jermain grinnikt.

 

bfk-footer-logo           bfg-footer-logo           

 

Wij willen dat kinderen ontdekken waar ze goed in zijn, hun plekje vinden in de maatschappij en plezier hebben in het leren van nieuwe dingen. Daarom zien wij het als ons ideaal, en morele en sociale plicht, om hieraan een steentje bij te dragen. Kinderen zijn onze toekomstige uitvinders, trendsetters, en deskundigen. Dat is toch iets waar jij je ook voor wilt inzetten!